Wie mij al wat langer volgt en mijn eerdere blogs heeft gelezen weet dat ik van fietsen houd. In 2015 werd ik op mijn verjaardag door mijn man verrast met een racefiets! Hij had de gok gewaagd en zonder het er met mij over te hebben, gewoon één gekocht. We hadden in een wat verder verleden heel veel samen gefietst, op geleende racefietsen en later op mooie mountainbikes. Hier in Nederland, maar ook in het buitenland. Heel veel. Het was alleen al best een tijd geleden en ik werd dat jaar 45…Wat dit cadeau met mij deed en alles wat daarbij kwam kijken, kun je hier lezen. Inmiddels zijn we alweer vier jaar verder. Elk jaar worden de fietsen in maart opgepoetst, gecontroleerd en de ketting geolied. Zodra de temperatuur het toelaat beginnen we weer met ons vaste rondje. Wie de eerdere blog heeft gelezen, weet dat voor mij dat eerste rondje elk jaar weer ‘een dingetje’ is. Maar daar gaat deze blog niet over.
Treintje
Mijn man en ik fietsen eigenlijk altijd in een treintje, ook al zijn we maar met zijn tweeën. Netjes achterelkaar, ons overigens altijd keurig aan de verkeersregels houdend… maar dat terzijde. Uit de wind fietsen noemt men dat. In Limburg heb je de heuvels (voor een fietser als ik zijn dat bergen), en boven de rivieren heb je de wind. Ook als er geen wind, is het fijn om achterelkaar aan te fietsen vind ik, want dan kun je je aan elkaar ‘optrekken’. Het is gebruikelijk om af te wisselen wie er op kop fietst, want anders zou steeds dezelfde persoon alle wind vangen. Voor het geval je geen fietser bent, kan ik je vertellen dat het heerlijk is om je weer terug te laten zakken en achteraan te hangen. Je kunt dan zelfs een beetje ‘uitrusten’.
Eerlijk duurt het langst…of toch niet?
De eerste ritjes toen ik mijn fiets net had, fietste mijn man gewoon altijd voorop. Hij had ook veel meer kilometers in de benen, want hij was wel blijven fietsen. Op een gegeven moment liet hij zich steeds vaker terugzakken om achter mij te gaan hangen. Prima, vond ik dat, wel zo eerlijk!
WARE HET NIET DAT
…het stemmetje in mijn hoofd zich ermee ging bemoeien.
waarom zit hij zo dicht op me?, hij vindt beslist dat hij nu sloom moet fietsen omdat jij voorop fietst, je fietst niet hard genoeg Joan! Als hij maar op tijd remt,
en ga zo maar door…
Wist ik veel..
Wanneer ik de windvanger was, bereikte ik op een gegeven moment een punt dat ik begon te verlangen naar weer achteraan te kunnen fietsen, “maar ja”, zei het stemmetje in mijn hoofd dan: “Je hebt vast nog niet lang genoeg voorop gefietst”, “Toine zal ook wel denken, lekker makkelijk, die Joan”. Vroeg of laat vroeg Toine dan gelukkig of hij weer voorop zou fietsten. Of hij zei ineens: “maak je niet helemaal stuk he!? We hebben nog een heel eind voor de boeg”. Dan dacht ik: “lekker ben jij, jij blijft achter me fietsen!”. Tot ik er achter kwam tijdens een gesprek hierover, dat het de bedoeling is dat degene die voorop fietst aangeeft wanneer hij terug wil zakken… WIST IK VEEL!
Je lichaam luistert niet naar vastgestelde regels
Maar zelfs als dit niet gebruikelijk was geweest, had ik gewoon mijn wens kunnen uiten om weer even achter te willen fietsen, omdat ik moe was, simpelweg omdat IK dat graag wilde. Vanuit mijn vastgeroeste patronen en overtuigingen wilde ik niet opgeven, wilde ik dat alles eerlijk verdeeld was en mocht ik me niet melden totdat daarnaar gevraagd werd. (“heb ik jou iets gevraagd?” “stel je niet aan”, “je kunt toch zeker nog wel even door”)
Ergens in mijn ontwikkeling heeft zich het idee vastgezet dat niemand staat te wachten op mijn gevoel, mijn wens, mijn mening… .
Ik ben dit natuurlijk wel meer tegen gekomen in mijn leven en inmiddels sta ik wel wat steviger in mijn schoenen, maar juist op een onverwacht moment, steken deze oude patronen weer de kop op. Op het podium was dit ook niet echt behulpzaam. Ik was niet mijn beste raadgever, om het zo maar eens te noemen. Op de fiets vind ik het nog steeds lastig om aan te geven wanneer ik terug wil, maar soms moet het gewoon. Als ik te lang wacht, fiets ik me helemaal stuk en word ik kribbig en, en, en…. In het algemeen beschouwd: het heeft geen zin om te blijven wegstoppen wat je voelt en vindt, want het komt er hoe dan ook een keer uit. En dan hoogst waarschijnlijk niet op een fijne manier en als, of juist omdat het al te laat is.
Stilte in je hoofd om beter te kunnen luisteren
De afgelopen jaren heb ik geleerd, veel beter naar mijn lichaam te luisteren, in plaats van naar het stemmetje in mijn hoofd. Met dank aan yoga, waarbij ik in het begin ook wilde presteren, niet wilde opgeven, niets ‘fout’ wilde doen. En met dank aan mezelf, omdat ik op zoek gegaan ben. En nog steeds ben. Dat gun ik iedereen! De bewustwording van wat er in je hoofd speelt, en of dat strookt met wat je lijf je vertelt is zo waardevol. Yoga helpt mij hierbij enorm, ademhalen, stil worden in mijn hoofd, zodat er ruimte komt om te luisteren en te voelen.
PS: Mocht je de laatste podcast uitzending van Happy on Stage hebben gemist, deze gaat hier ook over. Mijn gast was Michael Hulst. Hij vertelt zijn verhaal over het pad dat hij is bewandeld en wat hij als coach en yogadocent tegenkomt bij cliënten, met betrekking tot dit onderwerp.